Tabulatuur is een grepenschrift dat in de Renaissance is ontwikkeld om muziek te noteren voor snaarinstrumenten met frets, zoals luit, vihuela, citer, gitaar, lyra viol en dergelijke. Er waren verschillende systemen in gebruik.


Duitse tabulatuur

bsbMusms272

 

Het oudste, de Duitse tabulatuur is rond het jaar 1470 bedacht door de blinde organist en luitspeler Conrad Paumann. Dit systeem is gebaseerd op de gedachte dat elke positie op elke snaar een apart symbool moest hebben en was bedoeld voor de toen gangbare 5-korige luit. Toen de luit enige tijd later 6-korig werd bleek al dat deze tabulatuur een belangrijk nadeel had. Elke uitbreiding van het aantal koren op de luit verstoorde het systeem.

Schermafbeelding 2015-12-07 om 16.21.19

Op het plaatje zie je een 6-korige luithals afgebeeld met daarop alle symbolen. De symbolen voor het zesde koor kunnen op 4 verschillende manieren worden weergegeven. De drie alternatieven zijn in het plaatje bij N2 aangegeven. Ondanks het hiervoor genoemde nadeel werd het systeem nog tot plm. 1600 gebruikt. Het laatste gedrukte boek met Duitse tabulatuur werd in 1592 door Mattheus Waissel uitgegeven.


Italiaanse tabulatuur

In tegenstelling tot het Duitse systeem werd bij Italiaanse tabulatuur de snaren uitgebeeld als lijnen met daarop cijfers, die de frets aanduiden. Onderste lijn is de hoogste snaar, frets worden aangegeven met cijfers. 0 is een losse snaar. De tekentjes boven de lijnen geven het ritme van de snelst bewegende stem aan. Hoe meer vlaggetjes hoe sneller, net als bij de huidige muzieknotatie. Dit systeem was veel flexibeler. In principe kon je het aantal lijnen straffeloos uitbreiden al naar gelang de luit waarvoor de tabulatuur was bedoeld. Daar dit wat onoverzichtelijk werd heeft men zich beperkt tot hooguit 7 lijnen. De lagere koren werden dan boven de balk genoteerd. Het hierbij afgebeelde plaatje komt uit een manuscript uit plm. 1517. Het bevat muziek van Messer Vincenzo Capirola. Het manuscript is verlucht met tekeningen van dieren om, indien het boek niet vanwege de muziek zou worden bewaard, de tekeningen daarvoor zouden zorgen. Een vooruitziende blik want zonder dit manuscript hadden we niet eens van het bestaan van Capirola geweten en dat was erg jammer geweest want zijn muziek is heel bijzonder.

ba-capirola


Franse tabulatuur

In 1529 publiceerde de Parijse uitgever Pierre Attaignant een luitboek “Très brève et familière introduction.” Het bevat een korte uitleg over het luitspel en tevens de eerste gedrukte Franse tabulatuur. In tegenstelling tot de Italiaanse tabulatuur heeft dit systeem letters in plaats van cijfers en staat de hoogste snaar als hoogte lijn afgebeeld. Voor de symbolen gebruikt hij hoofdletters. Latere uitgevers kiezen voor kleine letters in verband met een betere leesbaarheid. Dit systeem zal in gebruik blijven tot het eind van de bloeitijd van de luit in plm 1780.

c-dowland

Franse tabulatuur: Semper Dowland, Semper Dolens, een beroemde compositie voor 7-korige renaissanceluit van de al even beroemde luitvirtuoos John Dowland (1562-1626)  Het Euing luitmanuscript plm. 1595.

w-bach

Hierboven een stuk van Johann Sebastian Bach (1685-1750) Dit is een in Franse tabulatuur genoteerde bewerking voor 13-korige barokluit van de sarabande uit de vijfde Cellosuite. Bach heeft zelf waarschijnlijk geen luit gespeeld maar hij was bevriend met Sylvius Leopold Weiss, de beroemdste luitspeler van zijn tijd. De baskoren worden tot en met koor 10 aangegeven met tot 3 hulplijntjes. De cijfers 4, 5 en 6 staan voor het 11e tot en met het 13e koor.


Spaanse tabulatuur

Dan was er nog de Spaanse tabulatuur die grofweg op de Italiaanse leek, alleen waren de lijnen omgedraaid, de hoogste snaar werd genoteerd als de hoogste lijn.

cc-milan

Een pavane uit El Libro de Musica de Vihuela de Mano intitulado “El Maestro” Valencia 1536. De componist Luis Milan was een hoveling aan het hof van de onderkoning van Spanje. Aangezien een zichzelf respecterende hoveling niet geacht werd hard te werken deed Milan het voorkomen alsof zijn composities het toevallige bijproduct waren van een paar ijdele uren. Desondanks zijn het prachtige stukken muziek, in dit geval niet voor luit maar voor de vihuela die in Spanje net zo populair was als de luit in de rest van Europa.


Napolitaanse tabulatuur

Deze tabulatuur was geheel gelijk aan de Italiaanse, alleen gaf men de losse snaar met 1 aan i.p.v.met 0.